vrijdag 5 juli 2013

Nederland (de Zeeuwse wateren)

We zijn dan al wel in Nederland, maar onze reis is nog geenszins voorbij! We zijn op reis in de Zeeuwse wateren. We komen bij van de intensieve zeilweken die achter ons liggen. In zes weken tijd zijn we van Fort Lauderdale naar Zierikzee gevaren. Een afstand waar je u tegen zegt. Dus een weekje op de Zeeuwse wateren is lekker!

Dinsdag hebben we een dagje niks, woensdag komt mijn familie en donderdag is weer lekker voor ons zelf. Vrijdag gaan we naar onze geliefde Grevelingen. We doen niet veel deze week en genieten voornamelijk van alle kleine dingen! De meiden spelen op de steiger en de dijk. Bas en ik drinken een lekker Belgisch biertje en we eten Zeelands Roem: verse mosselen.
Er liggen hier in de haven allemaal boten die vakantie hebben. De boten zijn duidelijk  niet uitgerust voor een lange reis en ze zien er spik en span uit. We zien dat het geen reizigersboten zijn. Hier zijn wij sinds lange tijd weer de uitzondering. Het beeld en de reacties die we krijgen benadrukken dat wij een echte reis hebben gemaakt en dat we ook wel iets hebben gepresteerd alhoewel we ons daar  vaak niet bewust van zijn.

Mensen in de haven zijn ook erg geïnteresseerd en nieuwsgierig. Zonder het te beseffen vallen we uit de toon. Een mevrouw vraagt me op een bepaalt moment of we het niet koud hebben! We hebben namelijk echt allemaal een korte broek aan. Niet om te rebelleren, maar gewoon, omdat dat lekker is. Het meest verrast worden we door onze Belgische buurman die toevallig ook een Rassy heeft. Ze liggen al de hele dag naast ons, maar rond middernacht, Bas en ik zitten nog lekker in de kuip, steekt hij zijn hoofd uit de kuip en zegt hij: “welkom thuis”. Hij heeft ons gegoogled, want hij vindt onze boot toch wel heel bijzonder uitgerust en vond dat opvallend. Hij is heel geïnteresseerd en vraagt honderduit.

Het is echt genieten in Zierikzee en we “wennen” dat we weer in Nederland zijn. Het is vele opzichte een aaneenschakeling van herkenning, verassing en verbazing. Vooral de kinderen verbazen zichzelf, maar ook zeker anderen.

Kathelijn is met Bas naar de slager geweest. Zegt de slagersvrouw: “zo zijn jullie lekker een weekje op vakantie?” “Nee” zegt Kathelijn. “We zijn op reis geweest en we hebben walvissen, dolfijnen en Orka’s gezien”. De vrouw valt even stil en zegt dan: “Je hebt al meer gezien dan ik in mijn hele leven”.

Frederique wordt wakker en zegt als ze aangekleed is: “ik ga even kijken of er hier op de steiger ook Nederlandse kinderen zijn. Komt ze terug, zegt ze: “nee, geen Nederlandse kinderen, wel een hond, maar die blaft de hele tijd”.

Liedewij zegt bij iedere Nederlandse vlag die ze ziet: “mama, papa, er liggen hier ook Nederlandse boten”. Ook zegt ze als we aardig worden begroet: “de Nederlandse mensen zijn echt de aardigste mensen van de heeeeeeeeeeeele wereld”.

Ik vraag me, iedere keer als ik klok kijk, af: “hoe laat is het nu dan in Nederland?” en Bas denkt vaak:: “ik heb zin om die en die eens even bellen. Kan ik hier eigenlijk al bellen?”

De stemming is opperbest en we wanen ons nog steeds op reis. Nog maar een paar dagen, want dan gaan we echt naar huis. Dat is ook goed, want zoals Liedewij zegt: “Ik wil naar het witte huis, want daar voel ik mij thuis”.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten